De Citroën DS is een automodel van het Franse merk Citroën. In het Frans spreekt men de naam uit als "déesse", wat 'godin' betekent. Hiervan is ook de troetelnaam "godin van de weg" afgeleid. Andere bijnamen zijn Snoek en Strijkijzer (Vlaanderen, Nederland), Snoekebek (Friesland), Haifisch (Duitsland: "haai"), Flunder (Duitsland: "schol"), Tiburón (Spanje: "haai"), Squalo (Italië: "haai"), Boca de Sapo (Portugal: "kikkerbek") en Padde (Vlaanderen, Noorwegen).
Geschiedenis
De DS werd op 6 oktober 1955 gepresenteerd op de autosalon van Parijs en sloeg in als een bom ("La Bombe Citroën").[1] In het voorafgaande decennium hadden de Franse kranten, behoudens aan de dood van Stalin in 1953, aan geen enkel nieuwsitem zoveel regels gewijd als aan dit evenement.[2] De auto had verschillende eigenschappen en toegepaste technieken die tot dan toe nog niet in één auto waren gecombineerd. Op de eerste dag werden beweerdelijk 12.000 orders voor de nieuwe auto geplaatst en aan het eind van de week zou dit zelfs zijn opgelopen tot 80.000,[3] een aantal dat de fabriek voor grote productieproblemen plaatste. Pas in de loop van 1956 kon men feitelijk beginnen met afleveren. In de tussentijd waren al heel wat bestellingen geannuleerd. Eind 1956 kwam een eenvoudigere versie op de markt: de ID.
De ID/DS werd door Citroën in verschillende carrosserie-uitvoeringen geleverd: berline (sedan), break (stationwagen), en décapotable (cabriolet). Daarnaast werden op basis van de 'break' door diverse carrosseriebouwers ook ambulances gebouwd. Henri Chapron, die voor Citroën de cabriolet en de 'prestige'[4] vervaardigde, bouwde ook diverse coupés, cabrio's en berlines van eigen ontwerp onder eigen (model)naam. Daarnaast hebben tientallen andere carrosseriebedrijven in diverse landen speciale modellen op basis van de ID/DS gebouwd. Deze aanpassingen waren relatief eenvoudig te verwezenlijken omdat de auto - anders dan zijn voorganger, de Traction Avant - geen zelfdragende carrosserie had,[5] maar losse (geschroefde) carrosseriedelen op een zeer stijf platform. Daar kon iedereen dus vrijelijk op improviseren.
De DS bereikte bij de verkiezing van de 'auto van de eeuw' in 1999 de derde plaats (de T-Ford eindigde op 1 en de Mini op 2)[6] en werd door een panel van vooraanstaande auto-ontwerpers,[7] aangezocht door het Britse magazine "Classic & Sports Car", uitgeroepen tot "mooiste auto aller tijden".[8]
Sleutelfiguren in de ontwikkeling
De techniek van de DS is ontwikkeld onder leiding van André Lefèbvre, een van oorsprong vliegtuigbouwkundig ingenieur die voordien bij Voisin aan raceauto's had gewerkt en die alles adoreerde wat modern en vernieuwend was. Hij kreeg de leiding over een groep oorspronkelijke
Je m'appelle Anne.
Je sors régulièrement avec mon appareil photo. J'aime bien le faire et je constate toujours que des cadeaux apparaissent sur mon écran.
Ça, je veux le partager !..
En savoir plus…
Pays-Bas
Allemagne
Pays-Bas
Pays-Bas
Pays-Bas
Allemagne
Pays-Bas
Pays-Bas
Allemagne
Pays-Bas
Pays-Bas
Pays-Bas